Onze Mening: Op het kerkhof

vrij 3 Nov
Misschien bent u ook wel zo’n voetbalpapa of -mama, die elk weekend door weer en wind, in de gure regen, staat te supporteren voor zoon- of dochterlief. Ik ben er in elk geval zo één.

Dus dikke kans dat op het moment dat u dit nu leest, ik ergens langs een witgekalkte lijn sta. 

Meer dan waarschijnlijk leef ik ook weer iets te enthousiast mee. Diepe ontgoocheling bij die gemiste kans of dat tegendoelpunt. En opperste euforie als we toch weer winnen. 

Alsof er anderhalf uur niets anders bestaat op deze wereld. Voetbal, de belangrijkste bijzaak.

En dat och God och Here, voor een wedstrijdje waarbij het drankbonnetje achteraf de enige inzet is. Niet dat ik onze jongens oneer wil aandoen. Maar toch…

Dus begrijp ik wel de teleurstelling, de domper, de kater, de frustratie, de radeloosheid, de machteloosheid … bij al die trouwe supporters als hun club net iets te veel verliest. 

 

Trainerskerkhof

 

Dat clubbestuurders ook de eerste supporters zijn van hun ploeg, dat lijkt me nogal wiedes. 

Maar dat zij zich ook al te makkelijk laten leiden – of misschien wel beter gezegd: afleiden - door al deze emoties, dat blijft me dan toch elke keer weer verbazen.

En zo is het najaar ook altijd weer de tijd van het jaar dat het trainerskerkhof weer wat groter wordt. Symbolischer kan bijna niet. 

Het gaat ook elke keer weer volgens hetzelfde scenario: punten vallen tegen, supporters laten in het beste geval van zich horen en in het slechtste geval laten ze het op een andere manier merken, clubbestuur bevestigt vertrouwen in de trainer, trainer buiten…

Wanneer het bestuur het woord vertrouwen uitspreekt, moet de trainer beginnen te wantrouwen. Het is een ongeschreven regel in de voetballerij. 

Het ironische is dat iedereen in het voetbalwereldje dit herkent. En dat iedereen in dat wereldje ook weet dat een nieuwe trainer – op de spreekwoordelijke uitzondering na – nooit een oplossing is die tot betere resultaten leidt. 

Maar toch blijft dit stramien zich keer op keer herhalen. We moesten toch maar eens die ene uitzondering zijn. 

Zelfs mensen die worden afgeschilderd als clubiconen, bij wie geen rood bloed door de aderen stroomt, maar bloed in de clubkleuren, worden genadeloos bij het groot huisvuil gezet op zo’n bijltjesdag. 

Zo verging het afgelopen week dus KV Mechelen-man-in-hart-en-nieren Steven Defour. En wat de toekomst brengt voor Jonas De Roeck, de redder die Westerlo weer naar eerste loodste, zal wellicht vooral afhangen van de komende drie punten die er al of niet bijkomen.

Zeker is dat het trainersbestaan het onzekerste is.  

Gelukkig dat voetbal maar bijzaak is. 

 

Soldatenkerkhof

 

Dus dat zoiets in een voetbalclub gebeurt. Het is het einde van de wereld nog niet. Ook al is het dan de belangrijkste bijzaak van de wereld.

Alleen herhaalt de geschiedenis zich niet alleen in het voetbal. 

We zijn er dag na dag opnieuw getuige van hoe fouten uit het verleden opnieuw worden gemaakt. Hoe lessen uit het verleden telkens weer vergeten worden. 

“Nooit meer Oorlog” staat mooi op zo’n toren aan de oevers van de IJzer. Maar dat die tweede er al kwam, was vooral een gevolg van die eerste. 

Ook al was die eerste dan ‘De Groote Oorlog’. Een oorlog zoals we er nog nooit één hadden gekend. Met een tot dan toe ongekende gruwel. 

Dat kan je niet alleen nog altijd duidelijk ontdekken als je eens een weekendje naar de Westhoek trekt. Ook hier dichterbij liet die oorlog duidelijk zijn sporen na. 

En die sporen die zoeken wij nu op met RTV. 

We duiken vanaf volgende week, aan de vooravond van Wapenstilstand, in het Eerste Wereldoorlog-verleden van de Kempen en het Rivierenland. En dat met onze podcast ‘De Groot Oorlog in kleine dorpen’.

Want die littekens van toen zijn er wel degelijk. Ook al is het dan dikwijls veel minder bekend dan al die honderden, duizenden graven in en rond Ieper. 

Maar zo’n forten in Lier, Walem of Liezele werden er niet zomaar gezet als welkomstbord voor de troepen die naar Antwerpen wilden. 

En elektriciteit is nu misschien iets wat we niet meer kunnen missen. Maar meer dan 100 jaar geleden was het vooral een verraderlijke moordenaar, aan de grens met Nederland. 

Het is dus goed om ook die geschiedenis bij ons beter te leren kennen. Omdat we alleen maar kunnen leren van dat verleden.

Net zoals in de voetballerij.

Maar als ik dan op die zaterdagochtend langs het veld sta te supporteren, dan wil ik al die lessen ook wel eens vergeten. Maar alleen dan.

 

De hoofdredactie